.pagecontainer {display:none;}

Je hebt javascript niet geactiveerd. Je kunt zonder javascript deze site niet gebruiken.

Maak verkleinwoorden en zet ze in de goede zin

Op dit werkblad oefen je met het invullen van verkleinwoorden in zinnen. Je ziet steeds drie zinnen met drie verkleinwoorden. Het is aan jou om het juiste verkleinwoord in te vullen in de juiste zin. Door vaak te oefenen met het schrijven van verkleinwoorden onthoud je steeds beter hoe je deze woorden spelt. Veel succes!

Vul -eeuw-, -ieuw- of -uw- in

Met dit werkblad oefen je wanneer je in een woord -eeuw-, -ieuw- of -uw- schrijft. Je oefent hiermee door de juiste klank in te vullen op de lege plek in de woorden. Door dit te oefenen word je steeds beter in het schrijven van net-als-woorden met -eeuw-, -ieuw- of -uw-. Veel succes!

Schrijf het woord in de zin

Met dit werkblad oefen je het herkennen van woorden met een lange klank. Je ziet zinnen waar een woord in ontbreekt en aan jou de taak om te kiezen welk woord uit de lijst in de zin hoort. Let goed op welke woorden je in de zinnen invult, zodat ze mooi passen en de zinnen weer kloppen. Door dit te oefenen word je steeds beter in spelling en het schrijven van lange klanken.

In welke zin is het dikgedrukte woord juist afgebroken? [1]

Schrijf de juiste samenstelling op

Luister en schrijf de juiste samenstelling op

Maak een samenstelling (tussen -s-, wel of geen tussen -n- of koppelteken)

Kies het juiste verwijswoord

Maak van de twee woorden een samenstelling (tussen -s-)

Maak van de twee woorden een samenstelling (wel of geen tussen-n-)